De laatste nacht.
Mevrouw is onrustiger dan gisteren zie ik. Haar gezicht trekt en ze beweegt af en toe met haar armen.
Haar dochter zit bij haar en kijkt me smekend aan; “ toe Natasja, dit is toch niet menselijk”.
Ik weet dat ze het moeilijk heeft. Haar moeder is al enkele dagen terminaal en ze is van mening dat we haar moeders overlijden moeten proberen te bespoedigen.
Ik begrijp haar maar ik kan en mag niet doen wat ze me vraagt.
Ik zet koffie en ga bij haar zitten. Samen houden we haar moeders hand vast.
Ik merk dat de onrust nog wat toeneemt en ik besluit mevrouw haar zonodig medicatie toe te dienen. Omdat het in het begin van de nacht is en mevrouw 2 uur na haar laatste medicatie nu weer medicijnen nodig heeft zeg ik tegen haar dochter dat ik ga overleggen met de arts om de standaard dosis te verhogen.
Ik probeer mevrouw met behulp van haar dochter in een zo comfortabel mogelijke houding te laten liggen en dien haar de medicatie toe die haar dieper in slaap moet brengen zodat ze geen ongemak en pijn heeft in het proces van overlijden.
Daarna bel ik de arts. Ik leg de situatie uit en geef aan dat ik het noodzakelijk acht dat mevrouw meer medicatie krijgt. De arts heeft twijfels merk ik. Ik ga buiten mijn boekje en vraag aan de arts wat het voordeel voor mevrouw is als we de dosis niet verhogen.
Ik weet dat het een beetje een gemene vraag is, want ik weet ook dat de arts door de wet aan handen en voeten gebonden is.
De arts denkt even na en besluit dan dat de juiste wegen bewandeld zijn om meer medicatie toe te mogen dienen.
Ik vertel haar dochter het nieuws en met tranen in haar ogen bedankt ze me. Ik loop weg en controleer de andere cliënten en bedenk hoe surrealistisch het eigenlijk is dat een dochter me bedankt voor het feit dat ik haar moeder meer verdovende medicatie toedien.
Mevrouw overlijdt tegen het ochtendgloren. Op haar favoriete tijdstip van de dag verlaat ze rustig deze wereld. Haar dochter en ik aan haar zijde.
Enkele jaren later ben ik op de markt. Ik zie in de verte een dame lopen die me bekend voorkomt. Ze zwaait naar me en komt snel dichterbij. Dan zie ik wie het is; de dochter van de mevrouw wiens hand ik vast had toen ze stierf.
Ze kijkt me aan en zegt:” Natasja, ik heb je sinds de begrafenis van “ons mam” niet meer gezien. Maar ik ben je nog steeds zo dankbaar dat jij ervoor gezorgd hebt dat ze meer medicatie kreeg”.
Ik weet niet goed wat ik moet zeggen, daar midden op die zonnige warme markt.
Het is immers mijn werk om naar mijn goeddunken te zorgen voor zoveel mogelijk welzijn voor mijn cliënten?
Ik glimlach en zeg haar dat ik blij ben dat ze het zo ervaren heeft. We voelen beiden dat onze gedachten een ogenblik teruggaan naar die bewuste nacht, dat moment dat mevrouw de aarde verliet.
We glimlachen naar elkaar en wensen elkaar het beste.
Iets lichter loop ik door. Ons werk maakt echt verschil. Niet alleen voor de cliënten. Maar ook voor hun families. Dusdanig dat de invloed jaren later nog wordt gevoeld.
Dat betekent werken in de zorg.
Dit verhaal is van Oog voor zorgen
https://www.facebook.com/1609385675769345/posts/2911106272263939?s=100002877521081&sfns=mo
Reactie plaatsen
Reacties